Relatie- en non-concurrentiebeding
Met een relatie en non-concurrentiebeding kun je de belangen van de onderneming beschermen als een dienstverband met een medewerker eindigt. Het beding beperkt de medewerker in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op een zekere wijze werkzaam te zijn.
Concurrentiebeding
In beginsel beschermt dit beding de belangen van de werkgever na het einde van het dienstverband. Om de belangen te beschermen tijdens het dienstverband kan een verbod tot nevenwerkzaamheden worden opgenomen. In de cao MITT wordt expliciet verwezen naar deze mogelijkheid
Een non-concurrentiebeding kan vrij worden opgenomen in een contract voor onbepaalde tijd. Als een werkgever een non-concurrentiebeding op wil nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gelden er drie eisen:
- De medewerker moet meerderjarig zijn.
- Het beding moet noodzakelijk zijn in verband met zwaarwegende bedrijfsbelangen.
- Het beding en de motivering van de zwaarwegende bedrijfsbelangen moeten schriftelijk worden overeengekomen en het specifieke beding moet – gemotiveerd – gelden voor deze specifieke werknemer.
De wetgever heeft op voorhand aangegeven dat zwaarwegende bedrijfsbelangen in dit kader niet snel worden aangenomen. Ontbreekt de schriftelijke toelichting dan is het beding nietig; is er wel een schriftelijke toelichting dan kan de werknemer de rechter verzoeken om het beding te matigen of te vernietigen.
Het schriftelijkheidsvereiste maakt dat bij een verlenging van een arbeidsovereenkomst, opnieuw het non-concurrentiebeding moet worden overeengekomen. Dit is anders wanneer bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst wordt verwezen naar een personeelshandboek waarin een non-concurrentiebeding is opgenomen.
Het (non) concurrentiebeding is een beding waarop niet altijd een beroep kan worden gedaan. Daarbij komt dat een werknemer de rechter kan verzoeken om voor de duur van het beding een vergoeding toe te kennen ter compensatie.
Relatiebeding
Voor het relatiebeding gelden dezelfde voorgenoemde eisen die gelden voor het non-concurrentiebeding. Het relatiebeding richt zich echter specifiek op de relatie met bepaalde klanten. Na het einde van het dienstverband is het dan veelal verboden om relaties te onderhouden en werkzaamheden te verrichten voor relaties van de werkgever.
Boetebeding
Zowel het relatiebeding als het non-concurrentiebeding kan gepaard gaan met een boetebeding. In een dergelijk boetebeding kan de werkgever op overtreding van het relatie- en/of non-concurrentiebeding een boete opleggen; in plaats van een boete kan ook worden opgenomen, dat een schadevergoeding kan worden gevorderd.
Meer informatie
Bert Schmidt
Consultant Arbeid & Recht