Op naar een goed laatste kwartaal in 2023?
De actualiteit: Winkels in meubels en woninginrichting (min 3,2 procent), de kledingwinkels (min 9 procent) en de winkels in schoenen en lederwaren (min 14,4 procent) hebben in september 2023 flink minder omgezet.
Het derde kwartaal is weer voorbij en dat betekent dat het winterseizoen is begonnen, als dat nog bestaat... Hoe staan we ervoor? Nou, kijken we per kwartaal, dan blijkt dat alleen het eerste kwartaal van 2023 in volume gemeten iets beter verliep dan hetzelfde kwartaal in 2022. Daarna scoort de afzet in volumes door winkels lager in het tweede en derde kwartaal van 2023. Bij de omzet in geld spelen prijsverhogingen natuurlijk de belangrijkste rol. In het tweede en het vierde kwartaal -de hoogseizoenen- is het verschil tussen waarde en volume over het algemeen het grootst. In die zin moet het in het laatste kwartaal gebeuren, wil 2023 succesvol worden afgesloten. In de woninginrichting weet men de omzet in geld op niveau te houden, maar zakken de volumes weg. In B2B markten, zoals bedrijfskleding en technische textielproducten, kan de vlag er anders bij hangen omdat de verkopen aan grote bedrijven en overheden doorlopen. Maar ook hier moesten kostenstijgingen worden doorberekend.
Inflatie of deflatie?
De inflatie was in oktober -0,4 procent, meldt het CBS over de gemiddelde prijsstijging vergeleken met dezelfde maand in 2022. Dat de inflatie in oktober negatief is, komt volledig doordat de energieprijzen in oktober 2022 bijzonder hoog waren. Exclusief energie bedroeg de inflatie nog 5,1 procent. In september was dat 5,5 procent. Kleding is voor de consument gemiddeld 1,9 procent duurder geworden in een jaar tijd, net als de meeste producten in de woningtextiel. Uitzonderingen zijn tapijten met een plus van 11 procent en kledingaccessoires die iets goedkoper werden na eerdere forse stijgingen. Bij een lagere aankoopfrequentie door de consument, kan men prijsstijgingen gemakkelijker doorberekenen, zou een verklaring kunnen zijn. Het idee dat de inflatiegolf over is en zelfs omslaat in deflatie, geldt zeker niet voor onze sectoren.
Invoer- en afzetprijzen
Sinds 2021 liepen de invoerprijzen van textiel, inclusief tapijt, sneller op dan de afzetprijzen. Hogere kosten konden meestal niet meteen in hogere prijzen voor een klant worden doorberekend. En grondstoffen en inkoop vormen niet de enige prijsstijgingen waarmee bedrijven geconfronteerd worden. Denk ook aan energie en loonkosten, naast schulden uit Covid perioden. Daar komen investeringen in duurzaamheid bijvoorbeeld nog bij. Begin 2023 zijn de afzetprijzen flink verhoogd door de industrie en waren de invoerkosten al aan het dalen.
Ook voor de kledingindustrie hebben invoerprijzen van kleding en de afzetprijzen van kleding zich per september 2023 zo ontwikkeld: invoerprijzen dalen ten opzichte van de afzetprijzen. Bedacht moet worden dat deze cijfers slechts gelden voor de “kledingindustrie”, terwijl heel veel bedrijven voor het Nederlandse statistisch bureau CBS onder “kledinggroothandel” vallen en daarmee onder andere statistieken.
Terugzakkende omzetten
Met stijgende prijzen, verwachtten we ook dat de omzet in groothandel in kleding en schoenen zou oplopen, maar deze viel juist terug in het tweede kwartaal van 2023. De omzet van de groothandel in kleding en schoenen scoorde een min van 5,7 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2022. Hopelijk liepen de showrooms weer vol en zakken de volumes en prijzen niet verder terug.
De textielindustrie (inclusief tapijt) zag de omzetten in de eerste helft van 2023 vooral in het binnenland dalen ten opzichte van de eerste helft van 2022, terwijl de kledingindustrie de export juist zag inzakken. Veel bedrijven en merken die we in de Nederlandse kledingsector kennen, vallen zoals eerder gezegd onder de groothandel, waardoor dit cijfer over de kledingindustrie nogmaals beperkte waarde heeft.
De consumptie van kleding en textiel evenals artikelen voor woninginrichting viel in het derde kwartaal van 2023 tegen. In volume werd in beide categorieën rond de 6 procent minder verbruikt en dankzij prijsstijgingen kwam het verbruik in waarde met een half á één procent maar net positief uit.
Textiel handelsland
Intussen maakt Nederland haar reputatie als “handelsland” in textiel en kleding meer dan waar. In 2022 werd voor ruim 17 miljard euro kleding geïmporteerd en voor meer dan 14 miljard euro geëxporteerd. De importen van textiel bedroegen 5 miljard euro, terwijl voor 5,8 miljard werd geëxporteerd. De hoge export komt vooral vanuit de sterke tapijtindustrie in Nederland. Deze ontwikkeling, in geld gemeten en dus ook onderhevig aan inflatie, zet in 2023 door, zo blijkt uit de beschikbare cijfers tot en met juli 2023.
Conclusie: Voor alle sectoren, ook B2B zoals textiele halffabricaten en bedrijfskleding geldt momenteel dat alles staat en valt met het vermogen om gestegen invoer-, grondstof-, loon-, en energiekosten door te berekenen. Daarbij zijn keteneffecten en ketenvertragingen bepalend voor de omzetten, zeker daar waar de volumes van verkochte textielproducten zijn gedaald. Herstellen volumes? Kunnen kosten worden doorberekend? Op naar een goed laatste kwartaal van 2023? Of moeten we via nieuwe businessmodellen leren leven met lagere, duurzame, volumes bij een gezond rendement?
Bron cijfers www.cbs.nl