Nieuwsbericht

2023 in cijfers

Kledingomzet pluste in 2023, maar niet online; woninginrichting deed het iets minder

Omzet versus volume

In 2023 heeft de totale detailhandel  5,6 procent meer omgezet dan in 2022, maar daalde het verkochte volume met 2,4 procent.
De kledingretail sloot het jaar af met een goed laatste kwartaal waarin de omzet met 4,1 procent steeg en in volume 3,3 procent meer werd verkocht. Voor het hele jaar 2023 betekent dit dat de omzet volgens de opgaves aan het CBS met 4,4 procent kon stijgen, maar de volumes 2,8 procent achterbleven bij 2022. Het eerste kwartaal van 2023 was goed voor de kledingdetailhandel, maar daarna zakten de volumes weg, zij het bij (of door) hogere prijzen.

De winkels in woninginrichting zetten over het hele jaar 2023 3,4 procent meer om in geld gemeten en zagen het volume met 2,1 procent dalen. Hier geen goed laatste kwartaal dat voor 2023 de spreekwoordelijke “meubels redde”.

Webwinkels (pure-players) hebben volgens de aparte cijfers hierover in heel 2023 4,5 procent meer omgezet. De online omzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers), kromp met 2,1 procent. Bij de online omzet van kledingwinkels werd over heel 2023 een min van 7,8 procent genoteerd, na min 4,7 procent in 2022. Daar staat een verdrievoudiging van de online omzet in kleding tussen 2015 en 2021 tegenover.

Uit de cijfers van de Nationale Marktmonitor van Inretail blijkt dat de modebranche het jaar 2023 heeft afgesloten met een bescheiden omzetgroei van 2% ten opzichte van het voorgaande jaar. Het verschil tussen de onderzoekmethode en indeling van winkels verklaart het verschil met het CBS.

*let op: tekst gaat verder onder afbeelding

Consumptiegedrag beweegt van goederen naar diensten

Consumenten kochten in 2023 minder (textiel)goederen, maar meer diensten. Waar de totale consumptie en die van diensten nog positief uitvalt, zien we dat de consumptie van alle goederen in volume gemeten is teruggevallen, zeker in woninginrichting en ondanks een flinke prijsstijging. In veel sectoren zal meespelen dat men bij hoge concurrentie de prijzen niet te hard op kan laten lopen, terwijl in de woninginrichting geldt dat de markt verzadigd raakte na een aantal goede jaren.

*let op: tekst gaat verder onder afbeelding

Inflatie eurozone daalt

Consumentengoederen- en diensten waren in 2023 samen gemiddeld 3,8 procent duurder dan in 2022. In 2022 was de inflatie 10,0 procent. Vooral de prijsontwikkelingen van voeding en energie hadden invloed op de inflatie in 2023. De inflatie exclusief energie over heel 2023 was 6,5 procent. Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Deze (meer realistische) methode drukte het inflatiecijfer.

Een na-ijl effect door het doorberekenen van gestegen kosten speelde in 2023 zeker een rol.

De inflatie in de hele eurozone daalde volgens voorlopige cijfers van 8,4 procent in 2022 naar 5,4 procent in 2023. Nederland zit met 4,1 procent onder dit gemiddelde, dit volgens een Europese geharmoniseerde rekenwijze. België (2,7 procent) scoort het laagst, Kroatië, de Baltische Staten en Slowakije het hoogst (tussen 8 en 11 procent inflatie.) De inflatie in grote EU landen als Frankrijk, Duitsland en Italië bewoog zich in 2023 gemiddeld rond de 6 procent.

Textielindustrie: procentje meer omzet bij gedaalde productie

Volgens het CBS daalde de productie in de textielindustrie met 6,7 procent in 2023, vergeleken met 2022, na een daling van 3,2 procent in 2022 vergeleken met 2021. De omzet kon wel 1 procent groeien ten opzichte van 2022. In dat jaar groeide de omzet nog met 4,3 procent. In beide jaren vond de groei van de omzet dankzij export plaats en daalde de omzet in Nederland.
Volgens CBS (dat voor de aantallen bedrijven de KvK weer als bron gebruikt) bestaan er in Nederland wel 3090 bedrijven in de textielindustrie, maar daarvan zijn er 245 met meer dan 5 werknemers. Tien jaar geleden waren dit er 255, terwijl het totale aantal toen rond 1900 lag. Er heeft zich dus een enorme groei voorgedaan, maar dan in kleine bedrijfjes, veelal geen rechtspersonen.
Grootste deel van de genoemde bedrijven met meer dan 5 werknemers zijn fabrikanten van textielwaren (115), gevolgd door veredelaars (35), tapijtindustrie (20), technisch textiel (15) en een aantal spinnerijen, weverijen en fabrikanten van koord en touw en van non-wovens.
De kledingindustrie vormt in deze statistieken een aparte (kleinere) groep bedrijven van 75 bedrijven met meer dan 5 werknemers. In de kledingindustrie steeg de productie in 2023 wel met  4,6 procent, maar daalde de omzet met 10 procent.

Omzet groothandel kleding en schoenen: flinke tik in het laatste kwartaal van 2023

Veel bedrijven uit de Modint achterban vallen voor KvK en CBS binnen de groothandel en zijn terug te vinden onder de groothandel in kleding en schoenen. De omzetontwikkeling voor deze bedrijven wordt door het CBS geschat op -3,1 procent voor 2023 en daarmee steken ze negatief af bij de totale groothandel non-food die in 2023 2,5 procent in omzet groeide. Bij stevig hogere bedrijfslasten en inkoopprijzen hoopt men op tenminste een bescheiden groei in omzet tegenover een gedaalde afzet in volumes, maar zelfs dat bleek niet haalbaar. Het eerste kwartaal van 2023 gaf dat beeld nog wel, een plus van afgerond 11 procent in omzet, maar daarna volgden een min 6 procent voor het tweede kwartaal, min 4 procent voor het derde en zelfs min 13,5 procent voor het vierde kwartaal.

Investeringen zakken weg

In december 2023 was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 8,1 procent kleiner dan een jaar eerder, meldt het CBS. Dat komt vooral doordat er minder is geïnvesteerd in gebouwen, vliegtuigen, personenauto’s en machines. Het cijfer kan als thermometer gezien worden voor veel bedrijven die kleding en textiel leveren dat gekoppeld is aan projecten en aanbestedingen. Onder de investeringen in materiële vaste activa vallen de uitgaven door vennootschappen, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk en overheid aan geproduceerde materiële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt

Na 2020 herstelden de investeringen zich, nu lijkt de groei weer weg te zakken.

Invoerprijzen textiel stijgen relatief hard door in 2023

De afzetprijzen van de totale Nederlandse industrie zijn in december ten opzichte van november met 1,2 procent gedaald. De prijzen op de buitenlandse markt namen met 1,5 procent af, de prijzen op de binnenlandse markt met 0,9 procent. Tussen 2020 en 2022 liepen zowel de invoerprijzen als de afzetprijzen hard op en dit proces koelde in 2023 af.
Ook vanuit de kledingindustrie en de textielindustrie liepen de afzetprijzen steil op, maar met een jaar vertraging als je het vergelijkt met de totale Nederlandse industrie. Zowel de chemie als de olie-industrie die hier zwaar meewegen, verlaagden hun prijzen in 2023, maar begonnen ook een jaar eerder met verhogingen.

Voor de kleding vlakten de invoerprijzen in 2023 af. Voor de textielindustrie echter niet, de invoerprijzen stegen daar flink door in 2023 en dat heeft ongetwijfeld gevolgen voor  de afzetprijzen van textiel in 2024. Bedrijven in onze sectoren die in 2023 duur hebben ingekocht, zullen in 2024 hun afzetprijzen op niveau moeten houden.

Vooruitzicht 2024

ING bank verwacht voor 2024 3% omzetgroei voor het Nederlandse non-food segment. Consumenten kopen dit jaar weer meer in de winkelstraat, als is het nog altijd niet heel uitbundig. Er wordt in 2024 naar verwachting vooral meer kleding, meubels en persoonlijke verzorgingsproducten aangeschaft. Het aantal faillissementen in de non-food loopt dit jaar echter wel verder op, vooral onder kleding- en elektronicazaken. De concentratie gaat door, kleine winkels hebben het economisch moeilijk en kampen bijvoorbeeld ook met opvolgingsproblemen.

Consumenten hebben, door een combinatie van een lagere inflatie, hogere lonen en een aantrekkende woningmarkt, in 2024 gemiddeld meer te besteden zo zegt ING.

Vooral modeketens in het middensegment blijven last houden van de verschuiving naar goedkopere fastfashionmerken en buitenlandse onlineplatforms. Er ontstaat weer een nieuw middensegment.

De vooruitzichten voor het woonsegment zijn gematigd positief. Zowel voor winkels in woninginrichting als voor bouwmarkten en doe-het-zelf zaken wordt een omzetgroei van respectievelijk 3% en 2,5% verwacht door ING. Nadat de consument vorig jaar een pas op de plaats maakte met het doen van grote uitgaven, is de verwachting dat ze dit jaar weer meer voor het interieur zullen kopen. Wel staat de markt onder invloed van een forse daling van het aantal opgeleverde nieuwbouw woningen en bouwvergunningen voor later in de toekomst.

Aandacht nodig voor realisme versus ambitie

De buitenlandse handel in textiel en kleding samen bedroeg in 2022 al 22 miljard euro invoerwaarde en 20 miljard euro uitvoer. Deze cijfers stijgen jaar op jaar door, ook door stijgende prijzen en geven de enorme handelspositie van Nederland aan.
Tegelijk geeft dit aan waar de Nederlandse bedrijven in de kleding en textiel tegen op moeten boksen, zeker in de maak-industrie: enorme concurrentie in een open economie naast prijsdruk, krapte op de arbeidsmarkt en uitdagingen in digitalisering, duurzaamheid en innovatie om bij te blijven. We vestigen hier apart aandacht op omdat onze MKB bedrijven dit alleen overleven als de overheid, klanten en andere stakeholders ze voldoende lucht geven. Lucht in de zin van voldoende investeringen door de overheid (verwachting plus 3 procent in 2024 door het CPB), voldoende investeringen in de bedrijvensector (verwachting juist min 5,3 procent door het CPB), realistische looneisen (verwachting CBP is dat CAO lonen 6 procent stijgen in 2024) en stijging van de koopkracht (verwachting plus 2,7 procent in 2024, CPB).

Er is daarbij aandacht nodig voor realisme versus ambitie: Bedrijven zijn goed in staat om een transitie naar duurzaamheid te maken en volgens internationale richtlijnen de juiste principes toe te passen. Om dit mogelijk te maken moeten we wel met elkaar zorgen voor het juiste klimaat. En dat betekent dat nationale en Europese overheden in moeten zien dat bedrijven best willen en kunnen investeren wanneer er voldoende aandacht is voor zekerheid en consistentie in beleid op langere termijn, wanneer er sprake is van een gelijk speelveld waarop voor iedereen dezelfde regels gelden en waar lasten juist voor het MKB op te brengen zijn. Zowel Modint als Euratex hameren op de rol en het belang van het MKB omdat dat het aller-allergrootste deel vormt van de bijna 200.000 Europese bedrijven in textiel en kleding met 1,3 miljoen banen.

Centrale regie

De rol van de consument en de eindgebruiker vraagt veel meer aandacht. We zitten immers in een fase van het herijken van consumptie, waarde-creatie en businessmodellen. Overheden, bedrijven, werknemers en professionele eindgebruikers en consumenten zullen samen moeten werken in deze transitie. Modint staat daarbij voor het belang van het bevorderen van onderwijs, onderzoek en kennisontwikkeling op alle niveaus. Het zet Nederland op de kaart als een vooraanstaand land in de technologische vooruitgang en creativiteit. Centrale regie is daarbij onmisbaar met creativiteit, digitalisering en duurzaamheid als kernbegrippen die we als Modint graag voor alle schakels in de keten ingevuld zien worden