Nieuwsbericht

Graaiflatie in textiel en kleding?

In 2015 zijn de indexcijfers voor de invoerprijzen van kleding en textiel op 100 gesteld en in 2020 bewogen deze waardes nog op dit niveau. Er vonden in die periode voor kleding wel stijgingingen en dalingen plaats van maximaal 7 procent, maar in totaal kwamen de invoerprijzen nauwelijks van hun plaats, afgezien van valutaire effecten die we hier niet kunnen tonen. Vanaf juli 2021 werd het importeren van garens, doek en kleding pittig duurder, je ziet het in onderstaande grafiek. De piek lag in oktober 2022, vooral in textiel. In 2023 lijken de prijsstijgingen af te vlakken, maar wel op een niveau 20 procent hoger dan voorheen. 
Deze cijfers werden gemeten bij de textielindustrie, inclusief tapijt en bij de kledingindustrie. De laatste groep bedrijven is maar een klein deel van de kledingbedrijven in Nederland, (veelal groothandel voor het CBS), dus daar een slag om de arm.


 
De afzetprijzen door de textiel- en kledingindustrie bewogen mee en staan nu zelfs wat hoger rond 126 voor kleding en 128 voor textiel. De gestegen kosten werden dus met succes doorberekend aan de schakels na de industrie.

Hoe komt dit bij de consument aan?

In de onderstaande grafiek zie je dat er veel meer invloeden op de consumentenprijzen zijn, dan alleen maak- of invoerkosten, vooral vanuit seizoenen en markten. In tapijt (hier een gele lijn, in de eerste grafiek de rode), bewogen consumentenprijzen inderdaad meteen. Nu de invoerprijzen wat afkoelen, rond 121, komen de consumentenprijzen wel hoger te staan, op 130. De paarse lijn geeft de consumentenprijzen voor meubelstoffen en gordijnen weer. Deze staat nu op 119 na een grillige rit rond 110-112 gemiddeld en zelfs een flinke dip. Hier spelen marktinvloeden wellicht al een sterkere rol. Wanneer je de rode lijn volgt, zie je dat de kledingprijzen voor consumenten tot de zomer van 2022 met het seizoen meebewogen (onder de 100 zelfs) en gemiddeld amper stegen. Pas daarna lopen de prijzen in de winkel op, maar zeker niet boven de invoerprijzen.


 
Zouden we rekening houden met vertragingseffecten in de keten, dan wordt het ingewikkelder, maar die rekensom maakte je ongetwijfeld zelf al… 

En wat doet dit dan met de omzet?

De totale Nederlandse detailhandel heeft in april 5,3 procent meer omgezet dan in april 2022, meldt het CBS. Het verkoopvolume was echter 4,8 procent lager. De omzet van de foodsector groeide met 8,1 procent. De omzet van de non-foodwinkels groeide in april 2023 met 2,0 procent. Het was 6,1 procent lager dan een jaar eerder, het gevolg van inflatie.

De winkels in meubels en woninginrichting (plus 3,3 procent in waarde, maar min 4,6 procent in volume) hebben in april meer omgezet dan in april 2022. Daarentegen hebben de kledingwinkels (min 0,9% in waarde en min 11,2 procent in volume) in april minder omgezet. Met name het volume, of wel de afzet, zakte flink weg. Naar verluidt is dit in mei wel weer wat bijgetrokken. Online is in totaal bij alle branches, 3,2 procent meer omgezet dan een jaar eerder. 

Meer hierover: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2023/22/detailhandel-zet-ruim-5-procent-meer-om-in-april

Rens Tap
Business Development

Rens Tap