Nieuwsbericht

Van true cost naar true value

Kan “flow fashion”, een uitgebalanceerde aanvoer van waardevolle kleding, bestaan zonder dat gestuurd wordt op de groei van volumes? Zonder de nadelen van namaak, slechte kwaliteit, hoge milieudruk, slechte sociale omstandigheden en zonder uit te nodigen tot snel weggooien van gedragen kleding? In het onderstaande artikel doen we een poging, we zijn benieuwd naar de reacties.

Zijn er oplossingen voor de race naar de bodem?

Snelle, gemakkelijke oplossingen zullen niet bestaan. Een minimumprijs van kleding, een verbod op meer dan een bepaald aantal collecties per jaar, een verplichte uitverkoopperiode in eigen land, het zal niet werken. Wanneer we kijken naar het milieu en het klimaat, C02 reductie, gebruik van chemicaliën maar ook als we kijken naar sociale problematiek en de betaling van een leefbaar loon, dan zien we meteen dat alleen mondiale oplossingen zullen werken. Kleding en textiel vormen een zeer mondiale sector, CO2 uitstoot, armoede en afval stoppen niet bij de grens.

Een schoner milieu begint met schonere teelt van grondstoffen. Het afdwingen van het betalen van een leefbaar loon is een internationale aangelegenheid, net als het verbeteren van de veiligheid in fabrieken. Voor vervuilende chemicaliën bestaan vaak schonere alternatieven die toegepast kunnen worden. Bedrijven zetten belangrijke stappen op al deze gebieden, maar investeringen op deze gebieden lonen alleen als overal de eisen worden verhoogd. Men vraagt om een internationaal level playing field, waarbij ook de tienduizenden MKB bedrijven die internationaal toeleveren aan de grote merken mee moeten kunnen komen.
De consument kan bijdragen door kleding langer te gebruiken, te delen, te ruilen, te huren en te (laten) repareren. Men kan ook minder en milieuvriendelijker wassen. Het verlengen van de levensduur van kleding zal op korte termijn waarschijnlijk het meeste opleveren.

Als kleding uiteindelijk toch weggegooid wordt kan de inzameling en scheiding verbeterd worden, maar dit is pas het begin. Goede methodes om stoffen te recyclen staan in de kinderschoenen. “Circulaire” stoffen zijn op dit moment te duur en onvoldoende van kwaliteit om breed toegepast te worden. Zowel in het mechanisch als in het chemisch recyclen doet Nederland mee, maar is er geld nodig om op te schalen. Dit vraagt om veel onderzoek en durfkapitaal. Een supply chain moet een supply circle worden, een lang en ingewikkeld proces.

Uiteindelijk zal de waarde van kleding en de perceptie van deze waarde door de consument moeten stijgen en zal de consument een “true cost” moeten willen betalen. Wellicht kan de overheid positieve prikkels geven, bijvoorbeeld in de sfeer van BTW en de eigen inkoop van kleding via aanbestedingen. Onderzoek kan verder worden ondersteund.

De sector zelf zal moeten werken aan betere en betrouwbare informatie aan de consument over verantwoorde producten en niet de consument maar de bezorgde burger moeten aanspreken, ook in de winkel. Dit vraagt weer om een eigen verantwoordelijkheid van de top van bedrijven om de cultuur van het bedrijf zodanig te wijzigen dat de medewerkers niet alleen op prijs en omzet, maar ook op maatschappelijke verantwoordelijkheid worden afgerekend. Samenwerking in de eigen keten zal nodig zijn om dit te bereiken, zonder alleen maar op anderen te wijzen. Maar ook samenwerking in de sector: problemen die het eigen bedrijf overstijgen, moeten gezamenlijk geadresseerd worden.

 

Van belang daarbij is dat de bestaande regels worden nageleefd, bijvoorbeeld via douanecontroles en controles van andere overheidsdiensten. Voldoen producten aan de producteisen, voldoen ze aan regels ten aan zien van veiligheid en gezondheid, klopt de informatie op de etiketten? Betere datasystemen en beter (elektronisch) labelen zal leiden tot meer transparantie in productinformatie. Dit vraagt om meer en betere normen, naast het leveren van betrouwbaar bewijs.

En dan tenslotte nogmaals een taak van de overheid: bedrijven investeren graag in zaken wanneer ze weten dat het nodig is en het wordt terugverdiend. Men vraagt daarbij om een samenhangend en uitdagend beleid van de gehele overheid, meerdere departementen en lagere overheden met een lange termijnvisie. Bedrijven die weten waar ze aan toe zijn, weten wat ze moeten doen en zien kansen.

Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen zal de prijs en daarmee de waarde van kleding weer stijgen. Wanneer duurzaamheid meer dan nu de standaard is, worden investeringen in duurzaamheid ook minder als risicovol gezien. Verborgen kosten kunnen dan zichtbaarder worden en we zullen kunnen gaan spreken over de echte kosten en over de echte waarde. Van true cost naar true value en van fast fashion naar flow fashion.

 

Modint en haar leden werken met vele partners hard aan verbeteringen op deze terreinen. Denk aan het Convenant Duurzame kleding en textiel, De Dutch Circular Textile Valley, het Sectorplan Circulaire kleding en textiel en de onderzoekprogramma’s waarin bedrijven en kenniscentra samenwerken.
Vergeten we belangrijke dingen? Doen we genoeg? We horen het graag!